Een opstelling is een visuele weergave van de problematiek die behoort bij de vraag van een cliënt/vraagsteller. Opstellingen brengen beweging in de onderstroom van een systeem. Als opsteller werk je in het hier en nu met die beweging en de informatie die de dynamiek in de opstelling laat zien. Een opstelling toont dus wat er in de onderstroom in een systeem speelt, wat er onderhuids aan het knagen is. Of dat nu gaat over familiesysteem, een organisatie systeem, een land, sportclub, enzovoort. Elk systeem kan opgesteld worden.
Een opstelling begint altijd met een vraagsteller die zijn of haar vraag of probleem neerlegt. De begeleider van de opstelling luistert met een open en observerende houding naar wat er gezegd wordt. Met dit voorgesprek opent zich al het veld voor de opstelling. Een belangrijke vraag die de opsteller stelt is: waarover wil je dat de opstelling je inzicht geeft. Hoe duidelijker en oprechter de vraag geformuleerd wordt door de cliënt/vraagsteller hoe groter de kans op een heldere opstelling. Als een vraag niet duidelijk is of als de vraagsteller niet de intentie heeft om werkelijk te kijken en te luisteren naar het antwoord, dient de begeleider door te vragen tot er voor beide een juiste en heldere duidelijke vraag is.
De vraag of het thema kan overal over gaan. Als de vraag over klanten gaat, beeldt één iemand bijvoorbeeld de vraagsteller uit en iemand anders de klant(en). De persoon die de klant uitbeeldt positioneert zichzelf intuïtief ten opzichte van de vraagsteller. Wanneer deze opstelling staat kunnen de deelnemers van alles ervaren, zoals gevoelens, emoties en lichamelijke sensaties. In deze posities wordt duidelijk wat er op een dieper niveau speelt en welke dynamieken er aanwezig zijn. Er komt dan informatie vrij over de systemische pijlers ‘verbinding’, ‘balans’ en ‘ordening’. Deze informatie kan onder woorden worden gebracht of worden uitgebeeld door de deelnemers. Dit wordt als zeer waardevol ervaren door de vraag inbrengen en zorgt ervoor dat er verheldering en inzicht komt waardoor transformatie plaats kan vinden. Dat is de magie van een opstelling.
In plaats van een groepsopstelling met mensen wordt er ook wel opgesteld met poppetjes, voorwerpen en ‘vloerankers’ om dynamieken zichtbaar te krijgen en inzicht te verschaffen.
De klant staat bijvoorbeeld ver van de vraagsteller vandaan en wil niet dichterbij komen. Dit kan de werkelijke situatie zijn. De vraagsteller kan dan bijvoorbeeld inhoudelijk heel veel met zijn eigen organisatie bezig zijn of met het maken van een mooie website, maar vergeet daarbij dat klanten de basis zijn van de organisatie. En zonder klanten geen werk! Hier moet je dan ook tijd, aandacht en energie in steken. Je moet ze kennen, en weten wat ze willen zodat jouw aanbod hen trekt, dan zullen ze willen komen.
Vanuit de rationele wereld is het bijzonder dat iemand bijvoorbeeld op een blaadje gaat staan met het woord ‘leider’ erop en vervolgens gaat voelen wat dit blaadje met hem of haar doet. Het laten visualiseren van wat een ‘leider’ voor iemand betekent (in de context van de vraagstelling) kan een onderdeel zijn van een organisatieopstelling.
De taal van opstellingen en de kracht ervan zitten hem in de beelden, verbeelding en de symbolen die gebruikt worden. Deze raken de ziel en brengen mensen naar een ander niveau dan die van het verstand en de cognitie.
In opstellingen wordt ook gewerkt met grenzen, bewustzijn en het onbewuste. Dat raakt datgene aan waar we geen controle over hebben, iets dat groter is dan wijzelf.
Onze persoonlijkheid communiceert middels taal, onze ziel spreekt via de taal van adem, symbolen, lichaam en verbeelding.