De organisatieopstellingen werkvorm is bijna identiek aan familieopstellingen. Het verschil is de focus.
De client zit net als bij familieopstellingen aan je rechterkant. Maak raport en vraag veel uit. Ga terug naar de oorsprong van de organisatie. Wat levert iets op? Bekijk de situatie vanuit je intuitie zonder morele dilemma’s. Het gaat erom dat je ziet en voelt wat er is en dat je daar iets mee doet. Vertrouw op het inzicht hoe dingen zich tot elkaar verhouden.
Toepassingen zijn:
– Scenario planning
– Toekomstverkenning
– Marketing strategieën
– Loopbaan planning
– Krachtenveld-analyses
Logische vragen zijn: “Wie zijn de eigenaar(s)? En hoe is de verdeling? Hoeveel mensen? Wat doen ze? Hoe is de omzetontwikkeling? De winst? Hoe is de kostenkant? Waar komt het geld vandaan? Wie zijn de klanten? Wie is het bedrijf gestart? Hoe zit het allemaal? Dit vanuit het hier en nu gevraagd. Werk vanuit de feiten.
Let goed op verbindingen tussen velden en de organisatie. Waarvoor werkt de organisatie? Wie investeren er in? Waarin investeert het bedrijf?
Voorbeeld van verbindingsvraagstuk: De vraag van een directeur van een organisatie was ’Mijn bedrijf is in de problemen, er is veel gedoe en de managers maken geen verbinding met elkaar.’’ Onmiddellijk kun je dat sfeertje voelen. In de opstelling was er veel mist en er lagen doden op de grond. Het bleek dat ze metalen onderdelen maken voor helikopters; Apaches Dit fenomeen noemen we parallelle processen. Erkennen dat ze mede verantwoordelijk zijn voor die doden, en dat dat zo is. Daar is oordeel over. Daarom verbinden ze zich niet met elkaar. Zie ook: Ontmantelen van het geweten B. Hellinger; onafhankelijk leiderschap.